vientiane

vientiane

woensdag 6 april 2016

Ik vertrek

De laatste weken doden we onze tijd met het kijken naar datgene wat disponibel is. Vanwege rechtenberperkingen vanaf onze huidige locatie is niet alles via Uitzending Gemist in Vientiane binnen te halen. De topscorer Ik Vertrek, inclusief herhalingen en terugblikken verschijnt zonder moeite. 

Per saldo hebben we onze colli teruggebracht naar 3 stuks. Omdat Auke ondertussen Silver Flyer is vanwege de vele KLM-vluchten, mogen we een extra stuk bagage a 23  kilo mee naar Nederland nemen: de Turkentas! Mijn computer is ontleed en de edele delen liggen tussen Auke's poloshirten in de Samsonite. Externe harde schijven en schetsboeken verdelen we over onze handbagage. En wat heb je verder nodig?

Het had een leuke uitzending van Ik Vertrek kunnen worden: Auke en Agnes naar Laos. Helaas geen aannemers die niet komen opdagen, uit de hand gelopen verbouwingen die het beschikbare budget ruim overstijgen, kinderen die niet willen of kunnen wennen aan die vreemde taal, de taal die de ouders nog lang niet spreken...

Nee, niets van dit alles. In plaats daarvan een bureaucratische optelsom van onnavolgbare processen, afspraken die niet worden nagekomen, uitgestelde beslissingen, veranderende voorwaarden, ontbrekende belangrijke gegevens, hide & seek, worstel & kom boven en vooral: een stap vooruit en vier terug. Of vijf. Dat laatste wende wonderwel snel. De rest wat minder. Feitelijk is de financiering vanuit Nederland rond, hebben we alle steun van Buitenlandse Zaken.

En toch gaan we eerst maar even terug naar Nederland. Onze landlord wil dat we vanaf april weer voor een jaar de huur vooruitbetalen. Zolang er nog niets 100% duidelijk is en we gewend zijn aan trajecten die veel langer duren dan we zouden willen, hebben we ons huurcontract vooralsnog opgezegd.

Auke zegt: "Ik heb nu zoveel geduld moeten hebben, ze hebben nu maar even geduld met mij." Feit is dat we ondertussen zoveel mensen in Vientiane kennen, dat huisvesting geen probleem is. Mocht er op korte termijn een move verschijnen, weten we zeker dat we bij die of gene terecht kunnen om tijdelijk een nieuw onderkomen te vinden of te zoeken.

Een fijn gevoel om heel veel mensen en families blij te maken met onze spullen. Je wordt rijker van dingen weggeven, dan ze te verschepen naar Nederland. En wat heb je in feite nodig? Mijn verf en papier gaan naar een arme school in het noorden van Vientiane (de verrekijker die Auke op het laatste moment in de doos heeft gedeponeerd is hot item: alle kindjes willen 'm even in hun handen hebben), onze shampoo's, cremespoelingen en andere cosmetica zijn voor Rrliana die onlangs haar schoonheidssalon opende en bijna al mijn kleren vinden een nieuwe bestemming bij de familie van Davanh.

Ik vertrek.

Met heel veel gemengde gevoelens. Het was het mooiste jaar van mijn leven. Zoveel verbazing, zoveel leermomenten, zoveel tranen van mooi... Zoveel onschatbare momenten met anderen aan de Mekong bij een ondergaande zon en geijsde Beerlao, zoveel glimlachen en hifives van en met de locals aan de rivier. Zoveel heftige contacten met hen die in hetzelfde schuitje varen. Niet in waarde uit te drukken. Zoveel kilometers op onze fietsen door een verkeersgevaalijke stad, waarin we leerden dat we op 6 plaatsen ogen moesten gebruiken. 

We hebben veel gereisd. Ik heb ter plekke de meest onmogelijke Aziatische locale bocht gedronken, geplast in een WC zonder deur, baby's en gehandicapte kinderen onder mijn hoede genomen, klimatologische ontberingen doorstaan. Geschreven, geschetst, geschilderd. Alles blijft op mijn netvlies en in mijn hart.

Ik vertrek. Ondertussen zijn we vertrokken en dient het volgende populaire TV-programma zich aan: Droomhuis gezocht. Een triest concept waarin mensen zielsgraag naar het buitenland willen, maar van ellende niet weten hoe ze daar hun felbegeerde droomhuis moeten vinden. Tsja, als je te vaak naar Ik Vertrek hebt gekeken, zou de moed je in de schoenen kunnen zakken.

Auke en ik zijn inmiddels aangespoeld in Vlissingen. Een droomhuis is te vinden in 1 dag, zonder Sybrand Niessen. De Westerschelde is niet de Mekong, maar iedere dag zijn we nog even in Laos. En tegelijkertijd ook weer zo heel erg aanwezig in Nederland: bruine boterham met kaas, de wasmachinewas die gewoon fris ruikt, geen beesten in huis, slapen zonder klamboe...

Afwachtend hoe snel de bureaucratien het eens worden over de financiering van het ziekenhuis in Vientiane genieten we van het scheepsspektakel vanaf de boulevard van Vlissingen en vertrek in in ieder geval over een paar weken naar Italie. Met heel veel inspiratie! Da's ook zo'n droomhuis.

En een van de mooiste lessen die ik dit jaar leerde: wat heb je verder nodig? Geluk is overal. Dus, Vientiane, we will come back!













dinsdag 8 maart 2016

That's where friends are for

Als het busje op de afgesproken tijd stopt, zien we twee gezichten verschieten van te veel in de volle zon tot lijkbleek. "Vang Vieng? " vraagt de chauffeur. Ik knik en knik terug. Het busje, dat op de reisbescheiden werd aangekondigd met kwalificatie VIP, is op z'n Indiaas gevuld. Er puilen wat passagiers uit. Niks VIP.

Tussen zeggen en doen zit een hemelsbreed verschil. In dit geval -op een paar kilometertjes na- bijna 9000 km. Voor we vertrokken naar Laos, waren er wat vrienden en bekenden die onbetwist onze kant op zouden komen. Dat zou ik ook hebben gedaan. Wat is er nu interessanter dan je te laten rondleiden in een onbekende stad door twee door de wol geverfden die in de meest onwaarschijnlijke steegjes kruipdoor sluipdoor de leukste restaurantjes kennen. Zij deden het. Ze overbrugden die 9000 km tussen Rotterdan en Vientiane om ons te bezoeken. Stoer.

Tsja, twee weken Vientiane kunnen ruimschoots worden gevuld. We zitten hier tenslotte al meer dan een jaar en dat hebben we ook volgehouden. Toch adviseerden we onze vrienden gebruik te maken van de schoonheid van de rest van Laos. Luang Prabang is een must. En eigenlijk Vang Vieng dan ook. Dus als je twee weken vakantie hebt, grijp je kans.

Hoe heerlijk om op een overvol en krioelend busstation twee lieve mensen in mijn armen te sluiten. Dat ik een uur bij het andere busstation stond te wachten en er tientjes aan bellen en sms-en doorheen zijn gegaan, staat niet in verhouding tot de waarde van het elkaar weer zien. Hoe heerlijk om door de ogen van onbekenden de stad weer te ervaren. Volgens goed Nederlands gebruik had ik onze vrienden voorzien van een huurfiets. En het klopt: de ene fiets is de andere niet. Soms is het even schakelen. Of juist niet. 

Op onze laatste gezamenlijke dag staat Auke's fiets met een lekke band. Dat hadden we niet afgesproken. Ons hele programma staat ineens ter discussie. Omdat we frequente klant zijn bij de fietsenmaker, hopen we dat hij ons een spoedreparatie kan geven. Helaas. Hij is er niet. Een dame die de honneurs waarneemt, wijst op een rose kinderfietsje. Die mogen we dan voor vandaag lenen. Auke verkiest echter een volwassen bakelieten fiets met een metalen zadel zonder bekleding. Ik zeg nog: "Moet er geen handdoek of kussentje op? Het wordt een Spartaanse dag, die we heel goed weten te compenseren met de beste geneugten.

Even Spartaans lijkt het Indiaas-gevulde busje naar Vang Vieng de volgende ochtend. Auke knipoogt naar mij. Nee, natuurlijk is dit niet het geboekte transport van onze vrienden. Maar de chauffeur ziet rugzakken en denkt: "Er kan nog wel wat bij, desnoods op het dak."

Vijf minuten later arriveert dan de werkelijke VIP-bus. Helaas is deze ook helemaal vol. Maar onze vrienden mogen op de voorbank, naast de chauffeur. Echt een VIP behandeling, that's where friends are for. Dank dat jullie hier waren. 

dinsdag 1 maart 2016

Censuur

Mijn mening over de Chinezen is drastisch gewijzigd en positief bijgedraaid. Zo schofterig als ze zich in Vientiane kunnen gedragen, zo attent en plezierig zijn in hun eigen land. 

We lopen 's middags met ons rugzakje naar de luchthaven Wattay Airport bij een temperatuur van rond de dertig graden en anderhalf uur later stappen we uit in Kunming, de hoofdstad van de provincie Yunnan. Alwaar het exact 1 graad boven nul is... We waren ietsjes voorbereid op kou, dus de enige truien die we hebben, zitten in de rugzak. Plus wat vestachtige dingen. Maar dat is niet genoeg. Dit weer doet ons letterlijk een das om en van weeromstuit (ik begrijp nu waar het woord vandaan komt) moet ik ter plekke een winterjas kopen. Kunming wordt de Stad van de Eeuwige Lente genoemd, omdat de gemiddelde temperatuur het hele jaar zo rond de 25 graden ligt. En dat is waarom de accommodaties niet over verwarming beschikken. In ons appartement is het 6 graden, maar het uitzicht is werkelijk fantastisch: vanaf de 22e verdieping kijken we uit over ruim 7 miljoen inwoners. Daar kun je uren naar kijken. En dat is het enige vertier, want het internet werkt niet. Er zit niets anders op dan onder de dekens te gaan liggen na een hele lange hete douche. Wellicht zou een sjiek hotel ons verwarming kunnen aanbieden, maar we prefereren nu eenmaal het wonen tussen de locals, samen de lift delen en een kletspraatje met handen en voeten maken. Dat het appartement van ellende uit elkaar valt, deert ons nu even niet. 

Ik meld de volgende dag bij de eigenaar dat het internet het niet doet. Oja, zeker wel. Slechts beperkt. Google, Facebook, Translate, Messenger, Twitter, Maps, Youtube zijn door de regering afgesloten voor het Chinese volk. We hebben dus niet alleen censuur op de temperatuur. 

Wij zijn van die reizigers die op de valreep een vliegticket en accommodatie boeken en ter plekke alles uitzoeken: openbaar vervoer, Tripadvisor, musea... Hier vallen we helaas door de mand. Als ik om een plattegrond vraag, meldt de eigenaar dat deze  niet in het Engels worden verstrekt. Sterker nog: ik heb nog nooit een land bezocht waar bijna niemand Engels spreekt. Dus, we kunnen geen kant op. Alles is aangegeven in het Chinese schrift en af en toe kan ik met een tekeningetje iets duidelijk maken. Ik stel Auke voor om onze vlucht om te boeken en naar huis te gaan. Wel jammer, want we zijn hier omdat we op doorreis zijn naar Dali. En daar zal het met de overheidsmaatregelen niet anders zijn. Auke vindt echter dat we ons stoer moeten gedragen en dat we heus wel een weekje zonder internet kunnen. We zijn creatief genoeg. Dat blijkt als ik ontdek dat ik via Yahoo wel wat zoekopdrachten voor mekaar krijg. Het is karig, maar met allerlei omwegen komen we dat kleine eindje op weg. Ik ben echt helemaal verbaasd als ik zie welke pagina's niet benaderbaar zijn.

In de stad zijn we een bezienswaardigheid. We steken zowiezo al een kop boven de Chinezen uit. Het lijkt er op dat we de enige niet-Aziaten zijn. Blond valt op. We worden door menigeen van top tot teen aangestaard. In de metro realiseer ik me dat iedereen van de generatie na mij geen broertje of zusje heeft. Een raar besef.

In Dali is het gelukkig iets warmer. Met de beperkte middelen is het ons gelukt deze prachtige antieke stad te bereiken. Dali is een must voor de Chinezen, dus ook hier zijn we de enige buitenlandse opvallenden. Hordes met selfiesticks behepte Chinese toeristen laten zich door gidsen in klederdracht in hun oortjes informeren over de geschiedenis van deze stad. En te vaak blijven mensen verbaasd staan om van juist ons een foto te maken...

Ter plekke huren we een fiets en ontsnappen we aan de poppenkast in de stad. We rollen op het platteland letterlijk van de ene in de andere verrassing. Spontaan worden we uitgenodigd op een groot familiefeest, waar traditioneel gedanst en gegeten wordt. Wat zijn de Chinezen lief!

Terug in Kunming: De een-na-laatste nacht worden we om 02.37 wreed gewekt. De hoofd- en voeteneinden, alsmede de zijpanelen van mijn bed zijn spontaan omgeklapt en ik lig op de grond. 

Ja, mijn mening over de Chinezen is veranderd. Zeker nu de kindjes van tegenwoordig in sommige gevallen een broertje of zusje mogen krijgen. Wellicht zou censuur op godsgruwelijk openbaar rochelen en spugen een idee zijn? En ja: we kunnen een week zonder social media! En: trui en gekochte winterjas laten we hier achter. 


dinsdag 16 februari 2016

Oh Lord, would you buy me a Mercedes Benz


Ik zou ‘m toch liever in een witte uitvoering zien” zegt Auke, terwijl ik bijna in mijn broek pies.

Even over hoe het begon en hoe het eindigde: tijdens Auke’s eerste ontmoeting in Laos met de eigenaar van het ziekenhuis, geeft deze te kennen grote belangstelling voor Auke’s Mercedes te hebben. Tijdens de derde ontmoeting suggereert hij dat het -volgens boeddhistische tradities- gebruikelijk is om te geven. Wellicht is het een idee dat Auke de auto cadeau doet aan de vrouw van de eigenaar?

Auke zakt door de grond.

In de daaropvolgende periode wordt die Mercedes een soort blok aan ons been. Verkopen aan onze Laotiaanse vriend? Tsja, in Nederland zal ‘ie onder een laken komen of ook verkocht worden. En als iemand in Vientiane er nu zo graag mee rond wil rijden…. Na wat heen-en-weer mailen, is het duidelijk. Wij betalen het transport, hij betaalt de auto, we hebben het niet meer over een gulle gift en de Benz gaat naar Laos. En: als die auto naar Laos gaat, kan ik ‘m volproppen met verf, inkt, printer, computer. Een echte win-win situatie!

Helaas komt er slecht nieuws: per 1 april zijn de wetten in Laos veranderd en betaal je je scheel aan invoerrechten op tweedehands auto’s. De eigenaar van het ziekenhuis vraagt of we in NL de teller van de Mercedes op nul kunnen laten zetten. Tegen beter weten skype ik mijn broers.

Zij zakken door de grond. Van schaamte. Ze schamen zich voor hun zus, die zo’n ongelooflijke stomme vraag stelt. Ja, vroeger was alles anders, maar met de huidige digitale technieken en registraties…

Auke rekent uit dat het wel een hele dure Mercedes wordt, als die invoerrechten door de eigenaar van het ziekenhuis betaald moeten worden. Hij probeert hem dan ook van het idee af te brengen. En dan gaat het mis: iemands integriteit wordt aangetast. Een stichtelijk bericht uit Laos vertelt ons iets in de trant van beloofd = beloofd. Met goed fatsoen kunnen we niet afzien van de deal. Ik verzin nog een list door de Mercedes in Photoshop te verminken. En dat we kunnen zeggen dat ik ‘m total loss heb gereden. Maar Auke is goed van vertrouwen en zet de exporthandeling in werking. Iedereen in NL raadt het ons af. 

Na een barre zeetocht is onze container eindelijk via Bangkok in Vientiane aangekomen. De auto wordt vooralsnog niet vrijgegeven, onze bijvracht gelukkig wel. Auke bedenkt iedere week een andere manier om de eigenaar van het ziekenhuis te vragen wanneer hij de auto denkt te betalen. En ondertussen worden we redelijk zenuwachtig. Zeker als ons ter ore komt dat er crisis in de familie is: de vrouw van de eigenaar van het ziekenhuis is er achter gekomen dat die mooie zwarte Mercedes helemaal geen cadeautje uit Nederland is. En dat ‘ie betaald moet worden! Wij wachten met spanning af. Oftewel: we slapen er niet van, en slaan onszelf voor onze kop. 

Er is ineens ook opvallend weinig contact met de familie. Totdat ik op Facebook Auke’s Mercedes zie, in vol ornaat, een oude monnik achter het stuur en de blessings en knoopkettinkjes aan de achteruitkijkspiegel. De hele familie staat er glimmend bij, dochterlief poseert naast de monnik op de bijrijdersstoel.

Ik zak door de grond. Wellicht heeft iemand mij in NL horen schreeuwen van verontwaardiging. Auke kookt, maar schrijft in alle rust een kort mailtje aan de familie. “Ik zie dat jullie plezier van mijn auto hebben. In Nederland beschouwen we dit als diefstal” Hij eist dat de auto onmiddellijk betaald wordt. Twee dagen later hebben we een afspraak. We krijgen er eerst genadeloos van langs: dat we geen begrip voor de cultuur hebben. Dat zo’n bijzondere auto ritueel ingewijd moet worden. Dat we dat nu niet kunnen begrijpen! Ik begin spontaan te huilen en dat werkt. 

Ja, natuurlijk zou de auto betaald worden, alleen zijn vandaag alle banken dicht. De gevoelstemperatuur stijgt. Auke spreekt af: morgen om 10.00 uur bij de BCEL bank. 

Uiteraard staat Auke de volgende ochtend alleen bij de BCEL. We hadden niet anders verwacht. Na een half uur krijgt hij een telefoontje. Nee, het zit zo: het geld moet van een andere bank naar de onze. En dat gaat nog niet zo gemakkelijk. Wederom in goed vertrouwen gaat Auke er vanuit dat het goed komt. De bediende van BCEL vraagt of Auke op de handeling wil wachten. Uiteraard! Auke vraagt wat de wachttijd is. Ongeveer 24 uur…. “Denken ze dan echt dat ik daar vannacht in een slaapzak blijf liggen?!” schreeuwt hij bij thuiskomst.

De volgende dag geeft een screendump ons de geruststelling waar we al maanden op wachten: het geld is overgemaakt en staat inderdaad op onze bankrekening. Voor de zekerheid fietst Auke toch nog even downtown om het live te checken.

If you like a white one, you have to wait 3 months” zegt de dame in de showroom. 

Na de betaling is alles weer koek en ei tussen de eigenaar van het ziekenhuis en ons. Er wordt nergens meer over gesproken. We spotten de vrouw in de Mercedes een aantal keren in het centrum, paraderend en kijk eens wat voor leuk speeltje ik heb. Auke biedt nog een lesje how to handle the Benz aan, maar dat is niet nodig. 

En dan nu: de laatste keren zagen we de Mercedes steeds niet op het terrein, onze achterlijke Honda dienstauto is teruggevorderd door de familie onder het mom van de meest onwaarschijnlijke smoezen. En zaterdag meende Auke ‘zijn’ Mercedes in de showroom te zien. We waren op weg naar onze wekelijkse bush-run. Omdat we geen auto meer hebben, moeten we met anderen meerijden.

En zo kwam het dat we vandaag 20 km hebben gefietst. Op weg naar die bewuste Mercedes dealer, ver, ver, ver buiten het centrum, waar Auke ‘zijn’ Mercedes dacht te zien staan. 

Wie zakt er door de grond?

De damesverkoopsters met de ster op hun borst kijken ietwat verbaasd als wij binnenkomen. We hebben onze fietsen voor de deur gezet. Ja, we gaan natuurlijk niet zeggen dat we geen auto meer hebben. Ja, we hebben bovenmatig belangstelling voor dat ene model, die zwarte daar. Auke wisselt de meest specifieke details uit; de dames hebben soms geen antwoord. Ik probeer foto’s te maken, maar het wordt me verboden. De dames cirkelen om me heen, uit voorzorg. 

Auke vraagt of hij even mag plaatsnemen, om een gevoel bij de auto te krijgen. Uiteindelijk willen we toch liever een witte. Na het uitwisselen van visitekaartjes en het drooghouden, staan we buiten.

Auke zegt: “De teller staat op 17 kilometer, heel acceptabel”

(PS, we kregen ook nog een brochure!)

*thnxx to Janis Joplin

 

maandag 8 februari 2016

Sing & touch

"Auke, niet kijken. Hij grijpt hem gewoon bij zijn kruis... Gewoon zijn arm tussen zijn benen". Ik heb continue last van mijn waarnemingssydroom. Waarom moet ik altijd alles toevallig zien? Doorgaans geef ik het een plek, vanavond even niet.
We zijn net terug uit Myanmar. Twee weken hebben we ons laten overweldigen door iets wat niet te beschrijven of te fotograferen valt. We hebben er bewust voor gekozen het met z'n tweeën te beleven. En die beleving werd ieder uur vertaald in vloekoverstijgende kreten naar elkaar terwijl we tussen de 2.500 duizend tempels, stupa's en ruines fietsten, we een paalwoningmarkt bezochten (een gerenommeerd castingbureau zou er bovenop gezeten kunnen hebben, kijkend naar de fantastische karakteristieke gezichten) en genoten we van de rust en stilte.
We genoten ook van de openheid van de Birmezen. Ze raken elkaar aan, stoeien, klimmen op elkaars schouders. En ze zingen overal waar ze aan het werk zijn, op straat, in de trein, in de hotels. Het is daarom -terug in Vientiane- weer even wennen aan de schuchtere onderdanigheid van de Laotianen, 
Vanavond hebben we andere koek. Niet te vreten. Na die twee memorabele weken in Myanmar, besluiten we dat ons lichaam behoefte heeft aan 'even iets Westers'. Ik vind op Tripadvisor een Italiaans restaurant dat we niet kennen. Volgens de berichten is het ook verrekt lastig te vinden. Maar goed, we kennen de stad inmiddels op ons duimpje en lokaliseren na wat omtrekkende bewegingen het bewuste restaurant, ergens achteraf inderdaad. 
Op het binnenterrasje treffen we een bijzonder gezelschap, dat ik graag omschrijf als prettig gestoord en van alle markten thuis. Ook hier zou een castingbureau overheen gewaaid kunnen zijn. Met voorkeur voor modellen uit de wereld van transgenders, travestieten en prototype dronken Duitsers. Maar we zijn in Vientiane! Dit zijn dus de verborgen krochten waar de gayscene volop leeft, heerlijk. Een Costaricaan heeft een gitaar en speelt Led Zeppelin en Led Zeppelin. Wat een stairway to heaven hebben we ineens, want na de niet te verteren pizza worden we opgenomen in het gezelschap. En wordt ons beiden een bel Jack Daniels in de handen gedrukt.
Door het zingen in Myanmar, raak ik ineens geïnspireerd. Het kan hier dus ook. Ik vraag de Costaricaan of hij Venus van Shocking Blue kan pingelen, en ja hoor. Daar gaan we. Stairway to heaven, terwijl de dronken Duitser zijn handen op zijn oren legt en Auke de Jack Daniels onzichtbaar naar mij doorsluist. 
Na de nodige fysieke contacten, lukt het ons te ontsnappen en hebben we weer stof tot schrijven. Op de fiets kicken we nog even na. Auke had een gesprek met de eigenaar. Hij vertelde dat hij onlangs met zijn restaurant uit het centrum was verhuisd naar deze nieuwe lokatie. Wij begrijpen nu waarom.
Wie het echt wil weten waar: please post PM
Foto: de verschillende traditionele kapsels in Myanmar; vond ik wel toepasselijk bij dit verhaal.


woensdag 27 januari 2016

Yangon

24 januari 2016 kan wat mij betreft de wereldgeschiedenis in als een memorabele dag. Legendarisch is een groot woord, maar het is onwaarschijnlijk: tegelijkertijd is het in Vientiane en Nederland 13 graden. Een uniek moment en een uniek gegeven.

En op deze memorabele ochtend wandelen wij op ons gemak, doch ietwat bibberig - gehuld in de enige warme vestjes die we bij ons hebben, over elkaar aangetrokken -richting het vliegveld Vientiane Wattay Airport. Met slechts twee rugzakjes zit het tempo er goed in en dat is nodig: we moeten onszelf opwarmen.

Een paar dagen later. Ondertussen zijn we in Yangon, de voormalige hoofdstad van het voormalige Birma. En ook hier kijken de mensen angstig om zich heen om te spieden uit welke hoek de kou komt. Ik zie mutsen, capuchons. Maar wat het meest opvalt in het straatbeeld is het ontbreken van fietsen/brommers en het feit dat de sturen van de auto's rechts zijn geplaatst, terwijl er rechts wordt gereden. Bijzonder gevalletje politiestaat. Het zal als oud Britse kolonie ooit anders zijn geweest. Maar nu is het zo. We weten wat de geschiedenis met dit land heeft gedaan.

Yangon (Rangoon voor de oudere lezers) is een fantastische stad om de cultuur van het land te leren kennen. We zijn het absoluut niet eens met de adviezen van Lonely Planet. Er wordt gesuggereerd dat je het in twee dagen wel hebt gehad. Mooi niet. We slenteren uren door de smalle straatjes downtown, waar we ons laten onderdompelen in een kleurrijke mix van etniciteiten, kleuren en geuren. We reizen voor omgerekend € 0,18 per persoon met de trein rondom de stad; een schommelende rit van 3 uur en 39 stations, veel spontane contacten met medereizigers en bijzondere uitzichten op het echte leven van Myanmar.

De Shwedagon Pagode is even slikken: ik heb noch de Taj Mahal noch de Borobudur 'in het echt' gezien. Dit is voor mij een hoogtepunt. Het is de combinatie van een vorm van vanzelfsprekendheid, ultieme schoonheid zonder kitsch en de natuurlijke religieuze beleving van de Birmanen die we daar treffen. Even stilte.

Auke loopt op eieren, want hij was even vergeten dat korte broek niet is toegestaan. De verplicht te kopen rok aldaar werd vakkundig om Auke's middel geknoopt en daar mocht hij dan mee rondlopen.

Vandaag worden we weer helemaal met onze eigen benen op de grond gezet. Auke met lange broek en ik met lange rok. Er zijn soms wat impressies voor nodig om daar te komen. Na een bezoek aan het nationale museum, besluiten we de ferry naar de overkant te nemen. Nog nasuizend van de overweldigende indruk die het museum en de historie van het land op ons achterlieten, zijn we deelgenoot van een blijkbaar dagelijks ritueel. Veel geschreeuw en getoeter van iedereen die naar Dalah moet. Er worden tonnen aan vracht, levende kippen en etenswaren versleept. Het is een tochtje van 20 minuten, maar het geeft de beschouwer minimaal een etmaal schrijverij. Het is niet de eerste keer deze dagen dat we worden aangekeken. Toeristen zijn hier nauwelijks, dus je bent een opvallende verschijning. De Birmanen zijn echter ontzettend vriendelijk en overal krijgen we een glimlach, een hand of een spontaan hallo. Zo ook op de veerboot.

Aan de overkant is het weer even slikken. Dalah is een buitenwijk van Yangon en dit is het echte leven van Myanmar anno 2016: armoede. We lopen wat rond in het township, kletsen wat met mensen, maar tegelijkertijd realiseren we ons heel pijnlijk dat Azië zoveel gezichten heeft. En de regen dreigt. Donkere wolken. Wat is er aan de hand met het weer, en met dit land?


En tenslotte moet ik Lonely Planet en de overige reisverslaggevers wederom corrigeren. Helaas botsten we vandaag tegen een KFC. Volgens de reisgidsen is Yangon nog vrij van fastfoodketens. Jammergenoeg moeten wij dit ontkennen. Met andere woorden: wie nog een redelijk oorspronkelijk land wil bezoeken, wacht niet te lang. De authenticiteit van Yangon is er. Nog. En neem een vest of trui mee, want het kan hier koud zijn!




2CDEB10A-0E66-461E-8FE2-E5B0F0CE1DD0

vrijdag 22 januari 2016

Muizenvergruizers en niersteenvergruizers

"Maar in Laos zijn er toch amper niersteenpatienten" reageert Auke, nadat we te horen kregen dat er door toedoen van anderen een nieuwe specialist in het ziekenhuis is binnengehaald.

Weinig zout in het eten, en een niersteengezondere levenshouding, zouden het gelijk van Auke kunnen bevestigen.

Ondertussen zijn we weer helemaal down to earth in het prachtige Vientiane. We genieten intens van de ondergaande zon aan de Mekong. En verder: afwachten. Dokter Jaap verrast ons iedere dag met bijzondere verhalen. Zo blijkt dat er nu een niersteenspecialist rondloopt in het ziekenhuis. Daar heb je wat aan. Vooral als je niet over een niersteenvergruizer beschikt.

Vanwege het wachten op de uitsluitsels over de financiering, heeft de eigenaar van het ziekenhuis besloten de regie te hernemen. En dat leidt soms tot Laotiaanse keuzes. We raken er aan gewend. Hangende het proces.

Wij hebben tegelijkertijd wat andere problemen. De achterlijke achtpersoonsbak is teruggevorderd door het ziekenhuis. De enig werkende auto moet paraat zijn. Maar erger nog: we hebben een muis. Geen gewone muis, maar eentje die het heeft gemunt op onze medicatie. In maar liefst 1 nacht tijd liet dit -blijkbaar verslaafde- monstertje een ravage achter in onze medicijnenla. Werkelijk alle blisters, tabletjes en capsules waren aangevreten. En dat terwijl er tal van hebberigheidjes in de keuken liggen waar de muizen zich aan kunnen verapegapen.

Muizenvergif is hier niet of nauwelijks te verkrijgen. Dus alle medicijnen zitten nu in een Douwe Egberts-blikje.

Toen dokter Jaap vandaag terugkwam, vertelde hij over een binnengebrachte patient. De Laos - methode is om vooral op voorhand een diagnose te stellen. Dat scheelt een hoop gedoe en een hoop vragen. In dit geval: een cyste op de eierstokken? Dokter Jaap vroeg of er al een anaal en vaginaal onderzoek was gepleegd...

Uiteindelijk bleek het een gevalletje niersteen te zijn.

En uit wanhoop heeft onze muis vannacht een rolletje plastic zakjes en een doojes lucifers aangevreten. Het enige vreetbare wat er nog te vinden was.

Ik ben benieuwd wat we morgen kunnen verwachten. In de keuken, en in het ziekenhuis.


donderdag 14 januari 2016

Eigen haard

Ik blijf nog even in de spreekwoorden. En in de tradities. 

Spruitjes, boerenkool met worst, sperziebonen, goulashkroketten... Dank, dank aan al die lieve mensen die in staat waren dit voor ons over te hebben. Andijviestamppot, een bruine boterham met kaas. Aspergerisotto, bietensoep. En een gekookt eitje. En zo kan ik nog wel een aantal traktaties noemen. Wat heerlijk om weer even in Europa te zijn. En wat ook weer heerlijk om op onze veranda in Vientiane te zitten

"I saw you yesterday" zei dokter Souk.

Ja, hij zag ons blijkbaar. Wat hij zag: een verlopen vrouw van 40+ die een hele slechte nachtvlucht Schiphol-Bangkok achter de rug had, een dito echtgenoot waarvan ik de leeftijd tegenwoordig niet meer mag noemen en een kwieke heer, lopend naast een fiets met daarop onze handbagage.

Onze achterlijke 8-persoonsbak stond nog steeds in de remise. Geldgebrek? Nalatigheid? Wie zal het zeggen. We zijn weer in Laos, dus op vragen krijg je nooit het juiste antwoord. Het kan nog steeds aan de accu liggen. Of aan iets anders.

In ieder geval was dokter Jaap (die hier sinds vorige week weer is en zich al weer in ons huis heeft genesteld) bereid om ons van Vientiane Wattay Airport te halen. Met de fiets, voor de bagage.

Vanwege de zeer ongebruikelijke regen vanavond (januari, uniek) werden we gedwongen om ergens om de hoek te eten. Een Laotiaanse kaart. Aan de binnenkant van mijn handtas heb ik geschreven: mang sa villat. Dus geen goulashkroketten, gehaktbal. Oftewel: ik ben vegetarisch. Spruitjes graag.

Tijdens het eten vertelde dokter Jaap dat dokter Souk ons had zien lopen, zo rond middaguur. Met een fiets en een koffer achterop. Mijn eerste gedachte: "Had ons dan met zijn allen bevrijd van deze zware last"

Dokter Jaap reageerde echter: "Als jij ons in de buurt van het vliegveld hebt zien lopen, was je dus blijkbaar niet aan het werk, in het ziekenhuis" 

Oja: eigen haard is goud waard.