vientiane

vientiane

zaterdag 28 november 2015

Cybertaart

"Kun je je voorstellen: zit ik aan het ontbijt, begint een keurige gesluierde moslima een heel verhaal. Ontslagen, net gescheiden, vier kinderen op te voeden..." D. deelt met ons het bijzondere verhaal.

D. en Auke zaten samen in een bestuur. D. is Maleisie-kenner: heeft er jaren gewerkt en woont er op gezette tijden. Omdat we een paar dagen in Kuala Lumpur zijn (vanaf nu afgekort KL, omdat iedereen dat doet) en D. in de buurt is, nodigt hij ons in uit in Maleka, twee uurtjes met de bus vanaf KL. 

In Maleka ontdekken we veel Nederlandse voetnoten. Ruim anderhalve eeuw was het in 'ons' bezit. Destijds een strategische plek: de straat van Malakka en bevochten door de Engelsen en de Portugezen. En de Hollanders.

Na een paar dagen KL te hebben ervaren als een ongrijpbare stad, is een wandeling door het historische centrum van Maleka een verademing: alleen maar laagbouw, schattige koloniale straatjes waar de huizen donkerrood geverfd zijn om de indruk van baksteen te wekken. Maar ook hier in de verte torenhoge projecten, al dan niet afgebouwd.

KL barst uit zijn voegen, concluderen we. Logistiek mankeert er van alles en als je 's nachts nog even het gordijn opzij schuift, verbaas je je over de hijskranen die op de 48e verdieping nog steeds bezig zijn met het plaatsen van dakpanelen. Als je overdag van A naar B wilt, is het zonder taxi bijna onmogelijk. Brommers, scooters en fietsers ontbreken in dit straatbeeld. Maar we genieten iedere avond intens van een piepje betoverend verlicht Petronas Twin Towers tussen alle wolkenkrabbers, naast de KL-Tower die gedurende de uren heel subtiel van kleur verandert.

D. vervolgt zijn verhaal over de gesluierde moslima, Anies. Ze had slechts 1 wens: ze wilde professioneel taartenbakster worden en daar haar geld mee verdienen. Dus heeft D. haar min of meer geadopteerd. Een gedachte die we helemaal aanvoelen, zeker nadat we haar ontmoetten.

Is KL voor ons een futuristische verrassing; no sky has no limits! D. brengt ons naar Cyberyaja, alwaar de 'taartenfabriek' van Anies zich bevindt. Cyberyaja is 15 jaar geleden -midden in een palmbomenveld- uit de grond gestampt met de ambitie een tweede Silicon Valey te worden. Nou, dat begint er al redelijk op te lijken, hoewel de helft van dit bizarre project ook nog in de steigers staat. Cyberyaja is ondertussen een knooppunt van vele digitale media, opleidingen en langzamerhand beginnen zich hier ook normale mensen te vestigen. En die willen taart!

Anies gaat sky high met haar producten. Hoogtepunt: haar Beiglianies. Bij toeval een gat in de markt. Een zwangere Oostenrijkse expat vroeg haar of ze met behulp van haar recept wilde proberen het origineel te evenaren. Dat deed Anies zo goed, dat ze mega-orders krijgt en onderussen 7 man personeel in dienst heeft.

Terwijl de KL-Tower langzaam paars wordt, genieten wij van een heerlijk ambachtelijk stuk Oostenrijks-Maleisisch banket! Dank aan Anies en D.

dinsdag 24 november 2015

Bovenwijs

Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik Michel ontmoette. Hij zag mij tekenend op een terras en vroeg of hij mij schetsboek mocht bekijken.


Ik was prime time in Vientiane. Na Auke's eerste Laotiaanse ervaringen en bevindingen moest ik het land ook proeven. Eind november 2014. Het proefde goed, die eerste kennismaking. Dus ik verklaarde Auke de prille liefde aan een gekke uitdaging.


Vandaag fietste ik in alle vroegte naar de andere kant van Vientiane. En overdacht ik hoe het een en ander kan lopen in het leven. Ik had gerekend op een flinke ochtendspits: de Laotianen gaan zo tussen 21.00 en 22.00 naar bed en staan de volgende ochtend voor zessen al rijst te koken. In onze buurt bij voorkeur buiten. Het viel mee in het verkeer.


Michel zag vorig jaar op 24 november al brood in mijn schetsboek. Hij nodigde me uit naar ziijn galerie te komen en mijn zijn meest charmante Franse accent wist hij mij te overtuigen: I will give you an exhibition.


Vorige week heb ik deze expositie ingericht. Min of meer. Niet ik, want Michel heeft daar wat mannetjes rondlopen die al mijn werk fantastisch hebben gepassepartout en ingelijst. Op onze aanwijzingen is het hele oeuvre (dat ik in drie maanden even uit onze veranda heb gestampt) keurig opgehangen. En Michel en ik zijn inmiddels dusdanige soulmates dat we elkaar op de juiste manier weten te inspireren. De gedachte om iets met kunst en onderwijs te doen gleed er zomaar uit. En binnen een paar dagen had ik geregeld dat een groep leerlingen van de Vientiane Internationae School een preview en rondleiding in de galerie zouden krijgen. 


En die happening vond gisteren plaats. Maar liefst 34 leerlingen (het echte, echte maximum wat ik op een school in de gemeente Zuidplas heb meegemaakt in de mijn cultuureducatieperiode) gleed even soepeltjes en zeer gedisciplineerd naar binnen. Een scala aan nationaliteiten van Zweeds witte haartjes tot zwarte kroeskopjes en alles wat we ons wensen in de wereld tussen Skandinavie en Zuid-Afrika. Een zeer bijdehand Koreaantje van 7 vroeg mij -na het zien van een grijze potloodschets- waarom ik geen kleur gebruikte... Tsja, daar kun je het als kunstenaar dan even mee doen. Goede vraag.


Het vervolg op het galeriebezoek van de kindjes: gastlessen op VIS. Aanpassen op het rooster en vroeg beginnen. Bij de voorbesprekingen vorige week had ik al een euforisch gevoel: een waanzinnig geoutilleerd lokaal, een magazijn vol materialen en gereedschappen. Vandaag de kick vanwege zoveel supergemotiveerde expatkindjes, een permanente klasse-assistent... En wat een mooie vanzelfsprekende resultaten.


Wat heerlijk om na zoveel maanden weer even les te mogen geven! Mijn dag kon niet meer stuk.


Maar dat kon 'ie gisteren ook al niet. Ondanks dat mijn exposite pas 5 december officieel opent, kreeg ik gisteren een bommelding van Michel: hij had een van mijn grotere werken verkocht. Geheel tegen de regels, maar het betrof Koreanen die op doorreis waren en het werk perse meteen mee wilden nemen. Ik heb nu vooralsnog een 'gat' in mijn expositie, maar wel brood op de plank!





donderdag 19 november 2015

(ver)Bond

Auke merkt op dat het toch zeker 10 jaar geleden is dat we samen naar de bioscoop gingen. Het betrof een urenlange film van Lars von Trier en tijdens al die uren hebben we naar slechts 1 decor zitten kijken. Een loods met witte krijtstrepen op de vloer.

Nu zitten we in een situatie waarin fictie en dagelijkse werkelijkheid behoorlijk aan het versmelten zijn. De kogels en bommen vliegen om onze oren.

Zo goed en zo kwaad proberen we op de hoogte te blijven van de gewelddadigheden in Frankrijk en de rest van Europa. Sommige journaaluitzendingen kunnen we niet terugkijken, vanwege de vanaf onze geografisceh lokatie geldende rechtenbeperkingen. Twitter en  BBC News zijn wat toegankelijker.

Eergisteren waren we te gast bij een diplomatieke ontmoeting in het kader van de vriendschapsband  tussen Laos en Nederland. Een jubileum! Al 40 jaar zijn we er voor elkaar, proberen we elkaar te ondersteunen in economische zaken, hebben we respect voor elkaars cultuur. Een bijzondere avond met veel Laotiaanse ministers, hoogwaardigheidsbekleders en kleurrijk gezelschap van Nederlanders die hier hun best proberen te doen om dat alles te bewerkstelligen. Wat een contrast met de Europese toestanden! Soms is het fijn om andere ellende even te vergeten...

....en dat vervolgens te verwezenlijken in een daad waar we bijna spijt van hebben. De kogels vliegen nog steeds om onze oren. Mijn tenen worden nog krommer dan bij de krijtstrepen van Lars von Trier. We bevinden ons in een hypermodern gebouw, met op de 4e verdieping de eerste bioscoop van Vientiane. En daarmee hebben ze uitgepakt. In de toiletten staan roodfluwelen bankjes, een groter screen heb ik nog niet meegemaakt en met het geluid is niets mis. Integendeel: bij iedere schietactie knallen de decibellen de zaal in. Zinloze bombardementen vloeien ineen met wat ik op BBC News zag en de Laotiaanse ondertiteling verschijnt consequent als er in de film niet geproken wordt.

My name is Bond.

Omdat je alles in je leven een keer moet meemaken, besluiten we om naar Spectre te gaan. We zijn nieuwsgierig naar die mega-bios en we kunnen wel even een verzetje gebruiken. Auke krijgt vanwege zijn leeftijd ook nog eens kinderkorting, dus wat wil je nog meer. Bond, my name is James, schiet met de zijnen en vijanden ons in ruim twee uur naar een ontknoping met de gebruikelijke zoen. En wij hebben ondertussen de laatste maanden niet in zulke comfortabele stoelen gezeten!

Even de zinnen verzetten, heet dat. Maar feitelijk is alles te gek voor woorden.

Het was overigens een tip van een van de Dutchies die we eergisteren bij de ambassadeur tegenkwamen. Dat van die bioscoop.

vrijdag 13 november 2015

Rozen


Op onze veranda siert sinds vanavond een schitterend boeket. Laten we alleen wel zorgen dat we het 6 keer per dag water geven om er nog enigszins van te genieten. De komende dagen. Of dag.

Onze achterlijke achtpersoonsbak zonder stuurbekrachtiging staat al een week op non-actief. Diverse herstelpogingen zoals een nieuwe accu en een deskundige blik van de mechanicien om de hoek leidden niet tot het gewenste resultaat, dus we zijn weer aangewezen op de drivers van het ziekenhuis. Het wagenpark staat op instorten en de bus staat al een paar dagen in Vang Vieng vanwege de health check ups van betonfabriek 2, dus worden we iedere keer met de ambulance gehaald en gebracht....

Zo ook vanmiddag om een delegatie ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders uit Japan in het ziekenhuis te ontvangen. Na meerdere malen vragen, werd het ons nog steeds niet duidelijk wat het doel van hun bezoek was. Er waren negen personen aangemeld, maar ze kwamen met z'n vijftienen. Gezellig, in zo'n te kleine ruimte waar de airco het spontaan begaf door de opgewonden temperaturen van onze gasten. In Laos is het gebruikelijk om een geschenk te geven als buitenstaanders je bezoeken. Iemand had een mooi bloemstuk bedacht (rozen, lelie) dat na de ceremoniele handeling ongelooflijk in de weg stond, qua powerpoint. 

En zo kan het gebeuren dat je uit een ambulance stapt met een enorm bloemstuk en een tas vol cadeaus uit Japan.

Natuurlijk hebben die hoogwaardige bekleders dat bloemstuk ergens in de gang van het ziekenhuis per ongeluk laten staan, omdat hun VIP-bus stond te toeteren voor de volgende meeting. Logisch. En het ging een beetje chaotisch met het uitdelen van de koffie, snackjes en vers fruit vanwege 9 + 6 = 15 en daar waren we niet op voorbereid. Dus heb ik mijn helpende handjes aangeboden. Ik weet niet of dat de reden was dat een van de managers vond dat ik dat bloemstuk dan maar mee moest nemen.

En zo zitten we in de ambulance op weg naar huis met het bloemstuk onder de brancard. Dwars door de spits, ongelukkiger kun je het niet treffen. Auke zegt tegen de driver dat hij de sirene aan mag zetten. Dan kunnen we misschien iets meer opschieten (ik dacht het niet) waarop deze driver een horizontale beweging met zijn hand over zijn keel maakt. Alsof er de doodstraf op staat om ongeoorloofd het zwaailicht te gebruiken. Ik zeg: "Jij bent hier toch de baas, Auke. Laat die jongen even lekker los gaan." Maar hij brabbelt een heel verhaal in het Laotiaans waar we in ieder geval uit kunnen opmaken dat hij een Amerikaanse toerist van de dood heeft gered. Met deze ambulance.

Als we uitstappen -ik zeg tegen de chauffeur dat hij ons bij de weg mag uitzetten, we lopen het laatste stukje wel- zie ik onze eier- annex fietsband-boer verbaasd kijken. We zien er niet echt ambulance-achtig uit met stropdas, chique, arm vol cadeaus en zo'n groot bloemstuk waar het water uitdruipt. 



zaterdag 7 november 2015

Shoe shine

Een geweldige ervaring: in de ochtendgloren helemaal wakker worden geschud door een portie verkeersgeweld. Ik zit nog wat slaperig op de hoek Lo Sue/Hang Tre naar de bewegende chaos te kijken als er een man met een tas mij aanspreekt. "Shoeshine?" Hij wijst op zijn tas. Ik kijk naar mijn slippers. Hij herhaalt. Ik kijk nogmaals naar mijn slippers. Het zal wel. Met de handelsgeest is hier niks mis.

We zijn in Hanoi, de hoofdstad van voormalig Noord-Vietnam. Het zakelijke deel van ons bezoek zit er op. Gisteren ontmoetten we mr. Raja, een charismatische man van Indiase afkomst en een autoriteit op het gebied van ziekenhuizen bouwen in Azie. Gesprekken met Raja zijn filosofisch van aard, maar de man is geniaal. Bovendien is hij getrouwd met een Lao, dus hij heeft goede adviezen ten aanzien van de dingen waar wij tegen aan botsen.

En aangezien we hier nu toch zijn, besluiten we om de resterende dagen fietsend door te brengen. Wij denken dat we ondertussen ervaren Azie-fietsers zijn. Hanoi is echter een bijna onmogelijke stad. Aan het eind van de dag zijn onze kantoor- en tekenhandjes helemaal beurs van het handremmen-knijpen. Ook hier overwegend scooters en brommers en het recht van de sterkste geldt: claxonneren! Onze huurfietsen hebben evenwel geen bel. Dus feitelijk hebben we in de verkeerschaos van Hanoi helemaal niets te zeggen. Maar het is heerlijk om in een onbekende stad te verdwalen, je ogen links-rechts-van voren en van achteren op scherp te zetten en te genieten van alles wat er op je afkomt en alles wat je moet ontwijken.

Terwijl ik denk dat ik met non-verbale communicatie de shoeshiner duidelijk heb gemaakt dat er aan twee plastic slippers niet zoveel valt te shoeshinen, staat hij binnen twee minuten toch weer voor mijn neus. Met uiteraard dezelfde vraag. Hardnekkiger zijn ze hier wel, met die handelsgeest. Wat we willekeurig op straat al hadden kunnen aanschaffen: slipper, sinaasappel, zippo. Ze proberen het bijna door je strot te duwen ook als zeg je nee. In ieder geval ben ik nu goed wakker.

Na een bezoekje aan de Tran Quoc Pagode besluiten we rond het Ho Tay meer te fietsen. Met timmermansogen kunnen we het niet helemaal inschatten, maar het zal zo'n 20 kilometer zijn. Als we bijna rond zijn, worden we overvallen door een tropische bui. De stad verandert in een fladderende sliert van brommers met kleurig doorschijnende poncho's van plastic. Die hebben we niet, dus er zit niets anders op: we moeten ergens schuilen. De schuilactie heeft behalve een klein flesje bier niet veel te bieden, dus besluiten we dat we niet van  suiker zijn en onze tocht te vervolgen. Ik scoor ergens in een duur hotel een laundry bag om onze telefoons te beschermen tegen de regen en we fietsen dapper, maar redelijk kletsnat weer richting downtown. 
Om vervolgens weer ongelooflijk te verdwalen. Ik denk dat we heel Hanoi hebben gehad. Nog nooit heeft ons orientatievermogen ons zo in de steek gelaten. En het blijft spannend in deze fantastische stad. Als we uiteindelijk downtown gevonden hebben, concludeert Auke dat we vandaag toch zeker 35 kilometer hebben gefietst. En terwijl we lopen te klieren met de fietssloten, zie ik een bekend gezicht: Mr. Shoeshine! Ik kijk naar mijn natte gympen en schud nee.